"De Mariakapel is beschikbaar voor zakelijke bijeenkomsten en ceremonies en biedt een Cultuurpodium om zo de verbindende factor van de locatie te eren én te behouden."

Coudewater, ook Koudewater Couwater of Mariënwater genoemd, was een dubbelabdij van de orde der birgittinessen en birgittijnen. Het was het eerste klooster van deze orde in de Nederlanden en werd in 1434 gesticht door Milla de Kampen en Peter de Gorter.

· Tegenwoordig is 1 van de monumentale panden op het landgoed vernoemd naar Milla de Kampen en is 1 van de wegen langs het landgoed vernoemd naar Peter de Gorter.

De laatste zou een visioen gehad hebben, waarin hij in een bijenkorf een uit bijenwas vervaardigd dubbelklooster en kapel had gezien. Dit visioen werd voor het eerst beschreven in de kroniek van Marie van Oss.

· Deze mythe fascineert ons en doen we graag eer aan door hedendaags de bij in onze communicatie te verwerken.

Het Landgoed kende De Meester van Koudewater, een beeldsnijder wiens werken werden omschreven als sterk gestileerd en sereen.

· Tegenwoordig zijn enkele van deze beelden nog te vinden in het Museum voor Religieuze kunsten, te Uden.

Beeldenstorm in de abdij.

De birgittinessen & birgittijnen vertrokken naar Uden en richtten daar het klooster Maria Refugie op. Het oorspronkelijke vrouwenklooster kreeg toen de naam Mariënwater terug.

· Een deel van de gegevens die we terugvinden geeft aan dat de naam Mariënwater verwijst naar marine (zee) water. Een ander deel verwijst naar ‘Maria en het water’.

Enkel de birgittijn Judocus Roosen bleef werkzaam als pastoor van Rosmalen, ook nadat alle kloosterlingen vertrokken waren. De katholieken van Rosmalen konden nog enige tijd terecht in de kapel van Coudewater.

· Deze kapel stond destijds op de plek waar nu de begroeide piramide staat, recht tegenover de achterkant Mariënwater (grote witte klooster).

Het landgoed werd gekocht door E. van den Bogaert en L. Pompe. Ze stichtten op het landgoed een instelling voor de verpleging van psychiatrische patiënten.

De Mariakapel werd ontworpen door de Haarlemse architect Jos Bekkers (08-02-1892 / 21-01-1945). Jos Bekkers ontwierp onder meer ook de Vredeskerk in Amsterdam.

Jos Bekkers was de zoon van (tevens architect) Peter Bekkers, die weer leerling was van Pierre Cuypers. Pierre Cuypers ontwierp onder meer het Rijksmuseumgebouw en het Centraal Station van Amsterdam.

Pierre Cuypers werd verketterd én vereerd.

· Opvallend zijn de afmetingen van de zuilen & tegels in de kapel. Allen kennen zij dubbele cijfers (22, 33, 55 etc). Daarnaast staan er boven de ingang aan de binnenkant van de kapel 13 zegels weergegeven. Om dit eer aan te doen verwerken we deze cijfers zoveel mogelijk in onze prijsstellingen bij verhuur.

Het landgoed werd gekocht door Van Wanrooij (projectontwikkelaar) en krijgt een nieuwe bestemming.

8-1-2019 Werd het volgende in het een artikel in het Brabants Dagblad omschreven:

“Door de veranderingen in de zorg wordt Coudewater niet meer gebruikt voor de geestelijke gezondheidszorg. GGZ Oost-Brabant heeft samen met de gemeente Den Bosch een visie gemaakt voor de toekomst van het grote terrein, waar wonen en werken een plek krijgt. Vorig jaar heeft GGZ Ooste Brabant ontwikkelaars uitgenodigd om die visie te vertalen in plannen voor het gebied. Uiteindelijk heeft GGZ Oost Brabant gekozen voor Van Wanrooij. 

Directeur Clemie van Wanrooij. “We zien met elkaar én met Hart voor Coudewater uit naar een duurzame toekomstgerichte ontwikkeling die zal mogen leiden tot een hoogwaardig landschap waar wonen, werken en recreatie hand in hand gaan.”

· Nadien is ‘Landgoed Coudewater’ opgericht door van Wanrooij Projectontwikkeling BV en BPD Ontwikkeling BV met het doel een het landgoed te doen transformeren tot een prachtige woon- & werkomgeving. www.landgoedcoudewater.nl

Tijdens werkzaamheden werd op het landgoed een ondergrondse ruimte aangetroffen. Waarschijnlijk gaat het om een overwelfde waterloop die het klooster van vers water moest voorzien. Deze was in dat geval aangesloten op een beekje, waarvan nog een deel op het terrein aanwezig is. Op basis van de gebruikte bakstenen kon worden vastgesteld dat het gewelf in de 16de eeuw is aangelegd.